Je bent hier:

Kantelpunt bereikt: Europa gebruikt voor het eerst meer groene dan fossiele stroom

winmolens

Europa maakte vorig jaar voor het eerst nèt iets meer gebruik van duurzame elektriciteitsbronnen (38 procent) dan fossiele (37 procent), blijkt uit onderzoek van Ember en Angora Energiewende. Toch gaat het volgens de onderzoeksorganisaties niet snel genoeg om de klimaatdoelen in 2030 en 2050 te halen.

Dit is het vijfde jaar op een rij dat de onderzoeksbureaus de snelheid van de energietransitie in Europa analyseren. Het gebruik van duurzame energiebronnen nam toe, van 34,6 procent in 2019 naar 38 procent in 2020. Het gebruik van fossiele energie daalde tot 37 procent in 2020. De onderzoeksbureaus noemen deze trend een belangrijke mijlpaal in de Europese energietransitie.

Lees meer: Samenwerkingsprogramma vanuit de overheid van start om de energietransitie te versnellen

Ook op landelijk niveau zijn mijlpalen bereikt: in Duitsland, Spanje en het Verenigd Koninkrijk is meer groene energie verbruikt dan fossiele. In Nederland is dit kantelpunt nog niet bereikt, maar hier was wel de grootste toename in zonne- en windenergie. Toch staat Nederland nog laag op de lijst als het gaat om de verduurzaming van haar energiebronnen. Denemarken haalt nu het grootste aandeel energie uit wind en de zon, zo’n 61 procent. Tsjechië en Slowakije lopen ver achter met nog geen 5 procent zonne- en windenergie.

Te langzaam

In het onderzoek staat dat de overgang van fossiele naar groene energie nog veel te langzaam gaat om in 2030 minder broeikasgassen uit te stoten en om in 2050 volledig klimaatneutraal te zijn. Als de vraag naar energie het afgelopen jaar niet zo sterk was teruggelopen – als gevolg van de coronapandemie – zou de trend richting duurzame energiebronnen nog sterker zijn geweest.

Lees meer: Buitenlandse investeerders in zonne-energie helpen de energietransitie te versnellen

Klik hier voor het originele artikel